Is mijn dak geschikt voor het plaatsen van een zonneboiler?

doorYannic

Is mijn dak geschikt voor het plaatsen van een zonneboiler?

Solarenergie Bad Rappenau

Afhankelijk van of een zonnesysteem op een steil of plat dak moet worden geïnstalleerd, op een gevel of vrijstaand, valt er veel op te merken. Precies wat de twee zonne-energiespecialisten Bernhard Weyres-Borchert en Bernd-Rainer Kasper uitvoerig hebben beschreven in hun nieuwe boek “Solar Heat”. Wij heb het hoofdstuk montage voor u nader bekeken.

In principe zijn de volgende scenario’s voor de installatie van een zonnesysteem denkbaar:

1.op een schuin dak
2. op een plat dak
3. op een open plek
4. Aan een gevel

Bij het monteren van de collectoren op een schuin dak maken wij een onderscheid tussen de twee soorten montage: opdaks of indaks (enkel vlakkeplaatcollectoren)

En zelfs met gevels, vooral in nieuwbouwprojecten, is er op zijn minst de theoretische mogelijkheid om ofwel de thermische zonnecollectoren op de gevel te plaatsen of ze erin te installeren.

Montage van zonnecollectoren op een hellend dak

Als de collectoren op het dak worden geplaatst (de zogenaamde dakmontage), worden speciale dakhaken of dakankers gebruikt. Ze worden op de spanten geschroefd en houden de rails vast, die dienen als verzamelbasis. De haken of ankers zijn zo gevormd dat ze naar buiten kunnen worden gevoerd tussen twee rijen tegels of shingles om daar de rails op te nemen. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat geen dakpan selectief wordt overbelast en breekt. Indien nodig, kunt u het verlichten met kleine houten planken en dus voor het reliëf, dat wil zeggen: spanningsvrije locatie, zorgen.

Heel belangrijk: het zonnesysteem inclusief ondersteuningssysteem laadt het dak extra, dus zijn draagvermogen moet eerder vakkundig zijn getest en voldoende zijn bevonden! Pi mal duimen kunnen worden verwacht met 25 kilogram per vierkante meter extra belasting. De leidingen tussen de collectoren en het verwarmingssysteem moeten ook door de dakhuid worden geleid. Maar er zijn speciale dakpannen (ook wel ventilatiepannen genoemd), zodat het dak strak blijft en er geen vocht naar binnen kan doordringen.

Installatie in het dak (alleen vlakkeplaatcollectoren)

Daar waar de collectoren komen, worden de dakpannen volledig verwijderd. De collectoren worden vervolgens bevestigd aan de daklatten. Hier is het vooral belangrijk om ervoor te zorgen dat de constructie juist is. Verder is de dakmontage vergelijkbaar met de installatie van een dakraam: ook voor collectorvelden zijn er bijpassende afdekraamsystemen gemaakt van aluminiumplaat of zinkplaat met een loodschort op de onderste afdekplaat. Het dakframe wordt vanaf de onderkant opgebouwd, zodat de vellen elkaar overlappen.  Zo worden de  dakpannen dienovereenkomstig afgedekt.

De keuze voor een indaks en opdakse van het zonnesysteem hangt af van het type zonnecollector: Vacuümbuiscollectoren zijn niet zo hoog en dat maakt een indakse montage overbodig. Bij vlakke plaatcollectoren, die dikker in opbouw zijn helpt het om de installatie in te bouwen voor een een optisch elegant resultaat.

Montage van zonnecollectoren op een plat dak

Iedereen die denkt dat zonnecollectoren horizontaal op platte daken kunnen worden gemonteerd, heeft ongelijk. Tenminste, als het geen direct doorstroom vacuümbuiscollectoren betreft. Voor alle andere is het noodzakelijk om de collectoren met een neiging te monteren om optimale straling te garanderen en om de zelfreinigende kracht van de regen te gebruiken. Hier geldt de vuistregel voor systemen die voor zuivere drinkwaterverwarming dienen: De hellingshoek moet tussen 20 ° en 45 ° liggen. En steiler als het installaties zijn die zowel het drink- als het verwarmingswater verwarmen.

Er zijn speciale platdaksteunen voor thermische zonnecollectoren. Ze zijn meestal gemaakt van aluminium of zink en brengen al geschikte aanvalshoeken met zich mee. Zodat de collectoren niet wegvliegen met de wind, moeten ze overeenkomstig worden vastgemaakt (verankerd). Dit wordt bereikt door middel van contragewichten (bijv. Betonnen dwarsliggers, straatstenen of trapeziumplaten met grindvulling) of verankering in het platte dak.

Met tegengewichten dient er 

  • 100 tot 250 kilogram gewicht per vierkante meter collectoroppervlak voor collectoren met vlakkeplaatcollectoren
  • 70 tot 180 kilogram gewicht per vierkante meter collectoroppervlak voor steile vacuümbuiscollectoren
  • 40 tot 70 kilogram gewicht per vierkante meter collectoroppervlak voor horizontaal gemonteerde vacuümbuizencollectoren

Belangrijk bij het plaatsen van meerdere zonnecollectoren op een plat dak te dient er rekening gehouden worden dat de collectoren geen “schaduw” geven aan elkaar. Dit betekent dat zo’n grote afstand te kiezen tussen de collectorrijen dat zelfs wanneer de zon laag geen tot weinig schaduwwerking. Hiervoor speelt de afmeting van het platte dak natuurlijk een beperkende rol.

Montage van zonnecollectoren aan de gevel

Zowel vlakke plaatcollectoren als vacuümbuiscollectoren kunnen ook aan een gevel worden gemonteerd. Voorwaarde voor een gevelinstallatie is dat de muur het geheel bevat. Het bevestigen van vlakke collectoren aan de gevel maakt meestal gebruik van dezelfde constructie als op een plat dak. Vacuumbuizencollectoren worden met hun voetrails en collectoren aan de muur gebouwd. Dit werkt samen met een aangesloten absorber of met verticale buizen. Goed om te weten: Als de absorber verticaal gemonteerde, dat moet je verwachten een vermindering van de opbrengst met ongeveer 30 procent ten opzichte van een klassieke absorber.

Zoals u kunt zien, is er feitelijk de juiste montageoptie voor bijna elke situatie – en dus nauwelijks een excuus om niet te kiezen voor thermische zonne-energie

Over de auteur

Yannic administrator